Schildklierproblemen
De schildklier is een belangrijke hormoonklier en als deze niet goed werkt ontstaan er niet alleen schildklierproblemen, maar ook problemen op andere gebieden, zoals:
-
op peil houden lichaamstemperatuur;
-
energieaanmaak op celniveau en daarmee op ons fysieke, mentale en emotionele welbevinden;
-
pompkracht van ons hart;
-
zenuwgeleiding;
-
enzymen die de snelheid en effectiviteit van onder andere spijsvertering regelen;
-
de ontwikkeling van de foetus of baby;
-
de groeisnelheid van kinderen;
-
vetverbranding;
-
vruchtbaarheid;
-
reguleren calciumbalans.
Bij schildklierproblemen kan de schildklier te traag werken of te snel. Beiden geven problemen.
Trage schildklier of Hypothyreoïdie
Een trage schildklier of hypothyroïdie komt het meeste voor. De meest gehoorde klachten zijn: vermoeidheid, met name in de ochtend. Deze vermoeidheid wordt in de loop van de dag beter. Verder koude handen en voeten, een droge huid en gewichtstoename. Ook spierkrampen, reumatoïde pijnen en stijfheid zijn vaak gehoorde klachten. Maar ook klachten zoals depressieve stemmingen, obstipatie, een trage hartslag en haaruitval (ook dunne wenkbrauwen) komen voor.
Hashimoto
Een te langzame werkende schildklier kan verschillende oorzaken hebben. 1 van die oorzaken is een auto-immuunziekte: de ziekte van Hashimoto. Bij de ziekte van Hashimoto valt het immuunsysteem de schildklier aan, waardoor er een chronische ontsteking in de schildklier ontstaat. Hierdoor gaat de schildklier langzamer werken en wordt er steeds minder schildklierhormoon aangemaakt. De patiënt krijgt geleidelijk aan steeds meer klachten. Hashimoto reageert vaak heel goed op een aangepast dieet.
​
Vitamine en mineralen tekorten
Andere oorzaken van een te trage schildklier kunnen vitamine en mineralen tekorten zijn. Naast jodium en selenium zijn vitamine A, vitamine B6, vitamine C, vitamine D, zink en magnesium belangrijk. Ook tekorten aan ijzer en vitamine B12 komen regelmatig voor bij hypothyroïdie.
​
Stress
Ook stress heeft een grote invloed op het functioneren van het schildklierhormoon. Langdurige stress zorgt er namelijk voor dat er minder van het efficiënte schildklierhormoon (fT3) kan worden aangemaakt en meer van minder efficiënte schildklierhormoon (rT3)
​
Toxische stoffen
Naast vitaminetekort en stress spelen ook toxische stoffen een rol. De schildklier is gevoelig voor toxische en hormoonverstorende stoffen die in schoonmaakmiddelen, plastic, oplosmiddelen, pesticiden, make up, luchtvervuiling, etc. voor komen. Het helpt dan om biologische schoonmaakmiddelen en make up te gebruiken, plastic flesjes vermijden, en biologisch te eten. Luchtvervuiling vermijden is moeilijk, net als het vermijden van lijm, verf en oplosmiddelen in huis en kantoor. Maar probeer je wel tegen deze stoffen te beschermen.
​
Snelle schildklier en Graves
De ziekte van Graves en hyperthyreoïdie zien we bij een te snel werkende schildklier. Dit kenmerkt zich door: een hoge hartslag en een constant gevoel van gejaagdheid. De patiënt heeft vaak bolle, soms zelfs uitpuilende ogen en vaak een warme vochtige huid. De schildklier kan opgezwollen zijn. Door de versnelling van het metabolisme hebben deze patiënten vaak last van diarree en zijn ze vaak (heel) mager. Als de snelle werking een gevolg is van een auto-immuun aandoening spreken we van de ziekte van Graves. Een snelle schildklier is vaak moeilijker onder controle te krijgen dan een langzame schildklier.
​
Behandeling schildklierproblemen
Het schildklierhormoon is heel erg afhankelijk van voeding en leefstijl. Bij de behandeling van schildklierproblemen kan je goede resultaten behalen met de juiste voeding, maar het is ook van belang om stress te beperken. Als er sprake is van een auto-immuunziekte is het van belang het immuunsysteem zo min mogelijk te belasten door met gluten, zuivel en sojavrij(en soms ook nog peulvruchten-, ei- en nachtschadevrij) te eten. Hierdoor kunnen ontstekingen en auto-immuniteit verminderd worden. Ook gezond bewegen en ontspannen is van groot belang.
​
Voeding en leefstijl
De voeding en leefstijl adviezen verschillen van persoon tot persoon. Ik stel altijd een individueel behandelplan op aan de hand van een uitgebreide anamnese, het huidige voedingspatroon en eventueel bloedtesten.